-
1 take vengeance upon
wraak nemen op -
2 get even
wraak nemen, wraken -
3 get even with
wraak nemen, wreken -
4 revenge
n. wraak--------v. wraaknemenrevenge1[ rivvendzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 wraak ⇒ wraakneming, vergelding♦voorbeelden:1 get/have one's revenge on someone for something, take revenge on someone for something • wraak nemen/zich wreken op iemand vanwege ietsin/out of revenge for • uit wraak voor————————revenge2〈 werkwoord〉1 wreken ⇒ vergelden, wraak nemen♦voorbeelden:1 be revenged for something of/(up)on someone, revenge oneself for something (up)on someone • zich wreken wegens iets op iemand -
5 retaliate
v. belonen; wreken; terugslaan door beschieten[ ritælie▪eet] 〈zelfstandig naamwoord: retaliation〉1 wraak nemen ⇒ represailles nemen, terugslaan♦voorbeelden: -
6 sought revenge
zocht wraak (wilde wraak nemen) -
7 avenge
-
8 pay off
v. een schuld voluit aflossen; wraak nemen op; iemand betalen die invloed kan uitoefenen om een gunst te verkrijgen, afkopenpay offII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 (af)betalen ⇒ vereffenen, aflossen -
9 pay out
geld uitdelen, betalen; een touw vieren; wraak nemenpay out2 〈+on〉(geld) uitgeven/weggeven (voor)II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
10 retaliate against/upon someone
retaliate against/upon someone -
11 wreak vengeance (up)on
wreak vengeance (up)on -
12 wreak
v. uitstorten; (zijn woede) koelen op; veroorzaken; (schade) aanrichten[ rie:k]♦voorbeelden:1 wreak rage (up)on someone • zijn woede uitstorten over/koelen opwreak vengeance (up)on • wraak nemen op -
13 getting back
terugkeer; zich wreken, wraak nemen -
14 goad
n. prikkelen, aansporen--------v. drijven, aanzetten, prikkelengoad1[ good] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 prikkel ⇒ stimulans, aansporing————————goad2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:he was goaded on by his need for/of drugs • hij werd gedreven door zijn behoefte aan drugshe goaded her into killing her husband • hij bracht haar ertoe haar man te doden -
15 she goaded him on to take revenge
she goaded him on to take revengeEnglish-Dutch dictionary > she goaded him on to take revenge
-
16 avengeful
adj. geducht op wraakneming, hoopt wraak te kunnen nemen -
17 getcha
krijg je te pakken, pak je; dood je; zal je mores leren, zal wraak op je nemengetcha (get you)
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский